Hier ligt het dagboek van Sura Pessa. Centraal op de beige kaft bovenaan , een wit etiket met dubbele blauwe rand, de hoekjes afgekant. Binnen het kader staan drie lijnen voorgedrukt, maar geen titel of naam. Het lijkt ongebruikt, maar als je beter kijkt, zie je dat de hoeken licht gekruld zijn, een plooi loopt van boven links tot rechts onderaan over het soepele karton.
Ik blader in het schrift en verdwijn met haar woorden in een wereld die ik nooit zelf heb gekend en die tegelijkertijd tussen de vier muren van mijn huis zijn geschreven.
‘Lief dagboek’ opent het op 1 juli 1942. Binnenin is het tot halverwege gevuld, geschreven in een keurig meisjeshandschrift. Sura Pessa beschrijft haar leven als vijftienjarige in het bezette Antwerpen. Ik kijk op van de letters en staar door het raam naar het huis aan de overkant. Deze gebouwen hebben het meegemaakt, hebben gezien wat er hier is gebeurd. Al waren hun ramen verduisterd, de bakstenen bewaren de verhalen. Op 3 augustus van datzelfde jaar schrijft ze haar laatste woord: ‘Adieu’.
Haar dagboek is in Borgerhout gebleven. In het archief van Kazerne Dossin leerde ik de details: op 5 augustus meldt ze zich met haar oproepbrief in Kazerne Dossin, waar ze enkele nachten verbleef. Ze vertrekt met het tweede transport op 11 augustus naar Oost-Polen.
De transportlijst meldt het volgende:
Lypszcik Sura Pessa, – 25.10.25 – Zdunska Wola, – Staatenl. – Nähschule.
Handmatig is een rode letter F toegevoegd voor Frau, zoals 9 van de 10 namen op de lijst. En twee blauwe V’s, twee vinkjes die getuigen dat Sura Pessa wel zeker daar aanwezig was. Zo weet ik nu ook dat ze in de naaischool zat.
De trein hield halt aan de zogenaamde Judenrampe, een perron in het rangeerstation, vanwaar ze na lang wachten nog een 800 meter te voet richting Auschwitz II-Birkenau moest gaan.
‘Sindsdien ontbreekt elk spoor van Sura Pessa,’ zei de onderzoekster van Kazerne Dossin.
‘Kreeg ze geen kampnummer getatoeëerd?’ vroeg ik, terwijl ik me een beeld probeer te vormen van wat zich daar afspeelde.
‘Neen, dan zouden we dat nummer kennen.’
‘Ze werd dus niet voor arbeid geselecteerd maar rechtstreeks de dood ingestuurd?’ Ik vrees dat er geen andere piste is en bedenk hoe de onderzoekster dit antwoord misschien al zo vaak heeft moeten geven. Ze schudt haar hoofd en kijkt me verontschuldigend aan.
Net als het lot van haar twee zussen en ouders ruim een week later op dezelfde plek. Sura Pessa heeft dit uiteraard nooit geweten. Het tweede transport waar zij mee vertrok, vervoerde 999 mensen, slechts drie van hen overleefden de oorlog.


Zo mooi, Marieke !
LikeGeliked door 1 persoon
Heel mooi en aangrijpend stuk, Marieke. Het raakt. Ben heel benieuwd naar het resultaat van al je werk. Ik wil het lezen!
LikeLike
Heel mooi!! Ik kijk alsmaar meer uit naar dat boek van jou.
LikeLike
Ook ik had moeite om m’n tranen te bedwingen Marieke. Het maakt sterke indruk ! Ben zeer benieuwd naar het hele boek.
LikeLike
Ontroerend, Marieke. Wat goed dat je het meisje uit de vergeetputten van de geschiedenis haalt.
Ik kijk ongeduldig uit naar het boek.
LikeLike
Hey Marieke, jij bent in deze tekst duidelijk aanwezig. Zo is het mooi en ontroerend. De grenzen van jouw aanwezigheid zijn aan jou om te kiezen. (Cfr. ons gesprek in de co-workinggroep, mijn bescheiden gedachten daarover.) Christine
LikeLike