Dorpsplein

Je kent het beeld vast wel, als je vanuit Antwerpen op de trein Brussel-Noord binnenrijdt. De oude fabrieken met elegante letters, vintage en hip. Dan de huizen met achterbouw en koterij, de ramen met floddergordijn, sanseveria’s en een poging tot orchidee. Nog voor je aan de vitrines komt, waar mannen drentelen langs de glaspartijen en zij gaat hurken om haar billen extra op te spannen, passeer je dit: een wereld niet van hier. Achter een poort verscholen ligt er een dorpje van golfplaten gebouwd.

Dit beeld voert me terug naar een realiteit van bijna twintig jaar geleden in een satellietstad van Skopje in Macedonië (1). Een wereld waar ik als jonge vrijwilliger hoopte iets van beterschap te brengen. Maar wat kon ik daar meer doen dan een leuk liedje aan de kinderen leren? Wat kon ik meer doen dan bij de moeders op de koffie te komen? Meer dan wat vriendschap en tonen dat niet iedereen hen verfoeit, kon ik hen niet bieden. De vrouwen wat centen toesteken leek me geen oplossing, al bleef hun hoop daarop tot het einde van mijn verblijf sluimeren.


Meer dan wat vriendschap en tonen dat niet iedereen hen verfoeit, kon ik hen niet bieden.

Maar hier, hartje Brussel leven ze intussen net zo, verborgen achter een afrastering. Een oude parkeerruimte is nu het dorpsplein waar een moeder zich op een omgekeerde emmer laaft aan de eerste lentezon, terwijl de peuter aan haar voeten in de vuile aarde woelt. Dat de nacht weer koud zal zijn, kan hen nu niet deren. De spleten onder de golfplaat zijn waarschijnlijk net zoals toen zo goed mogelijk met vodden afgedicht. Zouden hier ook zo’n nette tapijten en kussens binnen op de grond liggen en kan je er ook van de vloer eten? Hangt er ook een schilderijtje aan de muur van pierrot met een blinkende traan? Stroomt het zonlicht ook binnen langs het raam in de wand die vroeger een autodeur was?

Ik vraag me af wie deze mensen weet wonen en wie hier in Brussel met hen is begaan. Zouden er ook buitenlandse vrijwilligers zijn die hier komen werken? Leren ze de kinderen ons alfabet aan terwijl ze geen van onze landstalen verstaan? De Roma lijken overal hetzelfde lot beschoren. Ze zijn nergens welkom maar vinden telkens hun weg in elk nieuw land. Toch raakt het me elke keer weer als ik vanuit de trein op dit dorpsplein kijk.

‘Djelem, djelem’ hoor ik dan weerklinken en denk terug aan die warme avonden in Skopje gevuld met muziek. Niemand kan beter dan hen de weemoed koppelen aan troost en er een sprankel hoop in vinden. Straks komt de violist thuis. Met een hoed zwaar van de centen zal hij zijn gezin in de Brusselse bidonville vervoegen. Vanavond zullen harten in de buurt geraakt worden door zijn melancholische klanken, zwevend in de prille lentelucht.    


Niemand kan beter dan hen de weemoed koppelen aan troost en er een sprankel hoop in vinden.


(1) Lees meer over mijn ervaringen in Skopje in Vredesmissie 1, De Gulle Gift
/

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: